Bovine Virus Diarree (BVD)

Wat is het en waar wordt het door veroorzaakt?

BVD is een virusinfectie bij het rund, veroorzaakt door het Bovine Virus Diarree Virus. Er zijn twee verschillende serotypen van dit virus, namelijk BVDV-1 en BVDV-2, waarvan type 1 het meest voorkomt in Nederland. Opname van het virus vindt plaats via de bek of neus. Na opname in het bloed kan het virus zich naar verschillende organen verspreiden, om zich hier te vermenigvuldigen. Dit kan leiden tot een zeer breed scala aan klinische verschijnselen, waardoor het vaak lastig is BVD te herkennen. Daarnaast is het mogelijk dat kalveren die in de baarmoeder worden geïnfecteerd, drager worden van het virus en zo een grote besmettingsbron vormen voor koppelgenoten. Hoewel er al sinds 1998 een bestrijdingsprogramma in Nederland bestaat waarbij veehouders zich vrijwillig konden aansluiten, is deelname sinds 2018 verplicht geworden voor melkveebedrijven. Er zijn verschillende manieren waarop een bedrijf deel kan nemen aan dit programma, namelijk door middel van onderzoek van bloed, tankmelk of oorbiopten. Ook op een BVD-vrij bedrijf moet er regelmatig onderzoek worden gedaan om deze status te bewaken, omdat het virus onverwachts ingesleept kan worden.

Happy M@il

Nieuwste producten en actualiteiten in je mailbox!

AANMELDEN

Welk dier?

Rund

Welk orgaansysteem?

Digestiestelsel, reproductiestelsel

Hoe herken je het?

Er wordt geschat dat er in 70 tot 90% van de gevallen bij een acute infectie weinig verschijnselen optreden, waardoor BVD in eerste instantie onopgemerkt kan blijven. Wanneer er verschijnselen worden waargenomen, kunnen deze onder andere bestaan uit koorts, verminderde melkgift en een verminderde eetlust. Er treedt ook ontsteking van de slijmvliezen op, waardoor er zweren in de bek kunnen worden gezien. Diarree kan optreden in het kader van de ontsteking aan het darmslijmvlies, maar ook doordat het BVD-virus het afweersysteem aantast. Infecties van het maagdarmkanaal worden veel gezien, vaak met diarree als gevolg. Maar ook andere infecties, zoals mastitis en longontsteking, kunnen optreden. Twee tot drie weken na infectie hebben de meeste runderen doorgaans de infectie succesvol bestreden. Er kunnen dan antilichamen in het bloed en de melk gevonden worden. Als een koe geïnfecteerd wordt tijdens de dracht, kan er abortus optreden of kunnen er kalveren worden geboren met afwijkingen. Naast kleine, zwakke kalveren worden vaak neurologische problemen, oogafwijkingen of huidafwijkingen gezien. Echter kunnen er ook kalveren worden geboren die naast een verminderd afweersysteem geen verschijnselen vertonen, maar wel een infectiebron vormen voor andere runderen. Bij deze dragerkalveren heeft het moederdier een BVD-infectie doorgemaakt tussen dag 30 en dag 120 van de dracht. In dit stadium kan het ongeboren kalf het virus nog niet als lichaamsvreemd herkennen en zullen er ook geen antlichamen worden aangemaakt. Deze kalveren worden ook wel immunotolerant of persisterend geïnfecteerd genoemd. Vanwege de aantasting van het afweersysteem door het virus wordt bij deze dragers een verminderde afweer gezien, met daarmee een grote gevoeligheid voor neveninfecties. Hierdoor sterft 50% van de dragers binnen het eerste levensjaar en 90% binnen het tweede jaar.

Welke verschijnselen zijn er nog meer?

In zeldzame gevallen verlopen BVD-infecties zeer ernstig en acuut, waarbij er binnen de koppel meerdere dieren sterven, meestal binnen 48 uur na infectie. Dergelijke uitbraken worden doorgaans veroorzaakt door BHV- 2. Daarnaast kunnen dragers een ziektebeeld ontwikkelen dat Mucosal Disease wordt genoemd. Deze ziekte wordt niet vaak gezien, maar kan optreden als een rund dat permanent geïnfecteerd is met BVDV daarnaast ook geïnfecteerd wordt door een andere BVD-virusstam. De verschijnselen bestaan uit koorts, een sterk verminderde eetlust, ernstige diarree en zweren in de bek. Mucosal Disease verloopt altijd fataal.

Welke risicofactoren zijn er?

De grootste risicofactor vormt het contact tussen BVD-dragers en hun koppelgenoten. BVD-dragers verspreiden grote hoeveelheden virus, waardoor andere koppelgenoten geïnfecteerd kunnen worden. Andere risicofactoren zijn met name de aankoop van dieren afkomstig van bedrijven met een lagere BVD-status of aankoop van dieren die drachtig zijn van een immunotolerant dier (een zogenaamd 'Trojaans rund'). Daarnaast moet worden gedacht aan contact tussen koeien van verschillende bedrijven, bijvoorbeeld tijdens 'over-het-draad-contact' in de weide. Ook is transmissie met besmet sperma mogelijk. Daarnaast moet worden gedacht aan indirecte transmissie via bijvoorbeeld kleding en materialen, waardoor bijvoorbeeld het delen van machines met andere bedrijven ook een risicofactor vormt.

Wat betekent deze aandoening voor de veehouder en het bedrijf?

Deelname aan het bestrijdingsprogramma is verplicht voor melkveehouders. Voor een bedrijf met een BVD-vrijstatus houdt dit in dat deze status bewaakt moet worden door regelmatig te onderzoeken op de aanwezigheid van BVD. Voor een bedrijf dat nog niet BVD-vrij is, kunnen er vier verschillende routes worden gekozen om een BVD-vrije status te verkrijgen. Dit zijn 'route intake virus, bewaking jongee antistoffen', 'route tankmelk', 'route jongvee antistoffen' en 'route oorbiopten'. Wat de concrete stappen zijn bij elk van deze vier routes, kan worden nagelezen op ibrbvd.nl/landelijke-aanpak/richtlijn-bestrijding-bvd/. Afhankelijk van de omstandigheden en de gekozen route kan het bedrijf binnen één tot drie jaar een BVD-vrije status verkrijgen. Voor houders van vleesvee is deelname aan de bestrijding vrijwillig.

Hoe kun je de aandoening voorkomen? (preventie)

Ter preventie van de aandoening moeten dragers zo snel mogelijk worden opgespoord en afgevoerd. Daarnaast is vaccinatie mogelijk. Dit kan worden ingezet om de infectiedruk te verlagen, de klinische problemen te verminderen en de kans op overdracht van koe op kalf te verkleinen. Ook moeten er geen runderen worden aangekocht van bedrijven zonder BVD-vrije status en moet contact tussen runderen van verschillende bedrijven zo veel mogelijk worden voorkomen en kunnen er beter geen machines, materialen of andere goederen met buurbedrijven worden gedeeld. Tot slot kunnen algemene hygiënische maatregelen worden genomen, zoals het dragen van eigen bedrijfskleding. Om meer inzicht te krijgen in het risico op de insleep en verspreiding van BVD in een specifieke bedrijfssituatie kan de BVD-preventie checklist van de Gezondheidsdienst voor Dieren worden geraadpleegd.

Hoe kun je de aandoening behandelen?

Geïnfecteerde koeien kunnen symptomatisch worden behandeld. Vaak is echter geen behandeling nodig, omdat de verschijnselen meestal niet ernstig zijn en de er spontaan herstel optreedt. Dragers van de aandoeningen herstellen echter niet. Deze dieren moeten snel worden opgespoord en afgevoerd om de infectiedruk op het bedrijf te verlagen.

Alternatieve benamingen

Bovine Virale Diarree

Zoekwoorden

Bovine Virus Diarree, Bovine Virale Diarree, BVD, Mucosal Disease

Bronnen 

Bolin, S. R. (1995). The Pathogenesis of Mucosal Disease. Veterinary Clinics of North America: Food Animal Practice, 11(3), 489–500. https://doi.org/10.1016/s0749-0720(15)30463-1 

Gezondheidsdienst voor Dieren. (z.d.). BVD. Geraadpleegd op 4 februari 2021, van https://www.gddiergezondheid.nl/diergezondheid/dierziekten/bvd Gezondheidsdienst voor Dieren (z.d.) BVD-preventie checklist. Geraadpleegd op 4 februari 2021. 

Gezondheidsdienst voor Dieren. (z.d.). Vier routes naar een BVD-vrij bedrijf. Geraadpleegd op 4 februari 2021. 

Lanyon, S. R., Hill, F. I., Reichel, M. P., & Brownlie, J. (2014). Bovine viral diarrhoea: Pathogenesis and diagnosis. The Veterinary Journal, 199(2), 201–209. https://doi.org/10.1016/j.tvjl.2013.07.024 

Nationale aanpak IBR en BVD. (z.d.). Richtlijn bestrijding BVD. Geraadpleegd op 18 februari 2021, van http://www.ibrbvd.nl/landelijke-aanpak/richtlijn-bestrijding-bvd/

Vat de koe bij de horens

Hulplijn