Caseous lymfadenitis (CL)

Wat is het en waar wordt het door veroorzaakt?

Caseous lymfadenitis, afgekort CL, is een aandoening bij schapen en geiten waarbij afgekapselde abcessen ontstaan gevuld met kaasachtig, groen gekleurd pus. De abcessen ontstaan ten gevolge van de aanwezigheid van de bacterie Corynebacterium psuedotuberculosis. C. psuedotuberculosis treedt binnen via wondjes op de huid en de slijmvliezen. Hierna komt de bacterie terecht in regionale lymfeknopen en worden abcessen gevormd, met name in de kop en hals, maar deze kunnen ook voorkomen in de inwendige organen. De incubatietijd (de tijd tussen de besmetting met de bacterie en het opmerken van de abcessen) kan oplopen van twee tot zes maanden tot zelfs nog langer. De abcessen worden steeds groter, totdat ze uiteindelijk openbarsten. De bacteriën die uit het abces vrijkomen, kunnen nu weer andere dieren uit de koppel infecteren. Voor geitenbedrijven heeft de GD een programma opgesteld, waarmee een CL-vrije status kan worden verkregen. Omdat C. pseudotuberculosis ook ziekte kan veroorzaken bij de mens, is CL een zoönose. Met name mensen die voor hun beroep in aanraking komen met schapen en geiten, zoals veehouders en slachthuispersoneel, vormen een risicogroep. Daarnaast is er één melding geweest van ziekte bij een consument die rauwe geitenmelk had gedronken

Happy M@il

Nieuwste producten en actualiteiten in je mailbox!

AANMELDEN

Welk dier?

Geit, schaap

Welk orgaansysteem?

Lymfestelsel

Hoe herken je het?

Er bestaan twee vormen van CL, namelijk een externe en een interne vorm. Bij de externe vorm treedt een ontsteking op van de oppervlakkige lymfeklieren, met name in het kop- en halsgebied, waardoor bulten kunnen worden gezien die langzaam groter worden. De abcessen zijn verder niet warm of pijnlijk. Bij de interne vorm ontstaan er abcessen in inwendige organen en dieper gelegen lymfeknopen. Soms wordt deze vorm niet opgemerkt, maar meestal treedt vermagering op en gedijen de dieren niet goed. De interne vorm van CL wordt meer bij schapen gezien, terwijl bij geiten juist de externe vorm meer voorkomt.

Welke verschijnselen zijn er nog meer?

Bij de interne vorm treedt soms sterfte op. Daarnaast kunnen verschijnselen optreden die gerelateerd zijn aan de locatie van de abcessen, zoals bijvoorbeeld een longontsteking bij abcessen in de longen.

Welke risicofactoren zijn er?

De belangrijkste risicofactor voor CL is contact met geiten en schapen afkomstig van bedrijven die niet CL-vrij zijn. Hierbij is het belangrijk te weten dat de ziekte ook van schaap op geit en van geit op schaap kan worden overgedragen. CL kan ook worden gezien bij andere dieren, zoals paarden of runderen, maar dit is niet gevaarlijk voor schapen en geiten.

Wat betekent deze aandoening voor de veehouder en het bedrijf?

Economische schade ontstaat onder andere door een verminderde vleesopbrengst, maar ook door sterfte en het ruimen van besmette dieren. CL is erg besmettelijk; als niet vroegtijdig wordt ingegrepen, zal de aandoening zich over de gehele koppel verspreiden. De gevolgen hiervan zijn afhankelijk van de specifieke situatie, waarbij de verschijnselen mild of ernstig kunnen zijn.

Hoe kun je de aandoening voorkomen? (preventie)

Preventie vindt plaats door alleen dieren aan te kopen van bedrijven met een CL-vrije status Hiermee wordt de insleep van C. psuedotuberculosis voorkomen. Er bestaat een vaccin, maar gebruik hiervan is in Nederland niet toegestaan.

Hoe kun je de aandoening behandelen?

Behandelen is helaas niet mogeijk. Antibiotica zijn niet zinvol, omdat deze de bacteriën in de abcessen niet goed kunnen bereiken. Daarnaast zullen geïnfecteerde dieren altijd drager blijven van C. pseudotuberculosis en vormen zij zo een infectiebron voor de rest van de koppel. Het is daarom aan te raden om aangetaste koppels af te voeren en na grondige desinfectie het bedrijf te herbevolken met CL-vrije schapen of geiten.

Alternatieve benamingen

Pseudotuberculose, bultenziekte, kaasachtige lymfeklierontsteking

Zoekwoorden

Caseous lymfadenitis, CL, pseudotuberculose, bultenziekte, kaasachtige lymfeklierontsteking, Corynebacterium pseudotuberculosis

Bronnen 

Debien, Elaine & Hélie, Pierre & Buczinski, Sébastien & Lebœuf, Anne & Bélanger, Denise & Drolet, Richard. (2013). 

Proportional mortality: A study of 152 goats submitted for necropsy from 13 goat herds in Quebec, with a special focus on caseous lymphadenitis. The Canadian veterinary journal. La revue vétérinaire canadienne. 54. 581-7. 

Gezondheidsdienst voor Dieren. (z.d.). CL. Geraadpleegd op 4 augustus 2021, van https://www.gddiergezondheid.nl/nl/Diergezondheid/Dierziekten/CL 

Gezondheidsdienst voor Dieren. (z.d). CL-certificering. Geraadpleegd op 4 augustus 2021, van https://www.gddiergezondheid.nl/nl/Producten-en-diensten/Producten/Schaap-Geit/CL-certificering 

Williamson LH. Caseous lymphadenitis in small ruminants. Vet Clin North Am Food Anim Pract. 2001 Jul;17(2):359-71, vii. doi: 10.1016/s0749-0720(15)30033-5. PMID: 11515406. 

Windsor, P. A. Control of caseous lymphadenitis. Vet Clin North Am Food Anim Pract. 2011 Mar;27(1):193-202. doi: 10.1016/j.cvfa.2010.10.019. PMID: 21215903.

Omdat elke schaap telt

Hulplijn