Chlamydiose

Wat is het en waar wordt het door veroorzaakt?

Chlamydiose wordt veroorzaakt door de bacterie Chlamydia abortus. Deze infectieziekte, die stoornissen in het reproductieapparaat veroorzaakt, wordt regelmatig gezien bij schapen en geiten en komt endemisch voor op veel bedrijven. Een onderzoek van de GD toonde namelijk aan dat op 70% van de bedrijven met melkschapen en -geiten aanwijzingen werden gevonden voor infectie met C. abortus. Het belangrijkste verschijnsel dat op kan treden is abortus. Verspreiding in de koppel kan plaatsvinden door contact met de verworpen vrucht en het geboortemateriaal. Echter zijn de bacteriën buiten het dier slechts een paar dagen infectieus, omdat deze zich alleen kunnen vermenigvuldigen in levende cellen. Verder is Chlamydiose een zoönose. Met name zwangere vrouwen die direct contact hebben met ooien en geiten lopen dus risico op het oplopen van Chlamydiose. Daarom raadt het RIVM zwangere vrouwen af om stallen binnen te gaan met schapen en geiten, met name in de periode dat deze dieren drachtig zijn.

Happy M@il

Nieuwste producten en actualiteiten in je mailbox!

AANMELDEN

Welk dier?

Schaap, geit

Welk orgaansysteem?

Reproductiestelsel

Hoe herken je het?

In de laatste maanden van de dracht kan abortus optreden. De hoeveelheid dieren in de koppel die verwerpen, is afhankelijk van het stadium van de dracht en het tijdstip waarop de infectie optreedt. Als één dier geïnfecteerd wordt in een vroeg stadium van de dracht, kunnen veel andere koppelgenoten ook nog besmet raken tijdens de dracht. Er treedt dan een 'abortusstorm' op, waarbij meer dan de helft van de dieren kan verwerpen. Maar in het geval dat een enkel dier besmet raakt in een later stadium van de dracht, blijft het aantal abortussen vaak beperkt. Enkele dagen voor het verwerpen kan vaginale uitvloeiing gezien worden. Deze kan aanhouden tot twaalf dagen na de abortus. Verder vertonen de ooien geen tot weinig ziekteverschijnselen. Bij een partus à terme kunnen zwakke of dode lammeren geboren worden. De diagnose kan worden bevestigd door de verworpen vrucht en nageboorte op te sturen naar een laboratorium voor verder onderzoek. Ook kan bloedonderzoek worden gedaan. Dit is echter pas drie weken na het verwerpen mogelijk, omdat er voor deze periode nog geen antilichamen tegen C. abortus aangetoond kunnen worden.

Welke verschijnselen zijn er nog meer?

Soms aborteert een drachtig dier na infectie niet tijdens de huidige dracht, maar verwerpt ze pas het volgende jaar. Daarnaast wordt een enkele keer gezien dat de ooien of geiten aan de nageboorte blijven staan.

Welke risicofactoren zijn er?

C. abortus wordt meestal in een koppel geïntroduceerd door de aankoop van nieuwe dieren. Dit vormt dus de grootste risicofactor. Het is daarom sterk af te raden om een ooi of geit aan te kopen van een bedrijf dat te maken heeft met Chlamydiose.

Wat betekent deze aandoening voor de veehouder en het bedrijf?

Bij introductie van C. abortus kunnen alle dieren verschijnselen vertonen. Hierna wordt een goede immuniteit opgebouwd, waardoor er bij dieren die eenmaal hebben verworpen geen abortus meer optreedt. Wel wordt er nog abortus gezien bij dieren die voor het eerst drachtig worden en dieren die nieuw aangekocht zijn, omdat een dergelijke immuniteit bij deze geiten en ooien nog ontbreekt. In de hierboven geschetste situatie is de infectie endemisch in de koppel, maar zullen er na een aantal jaren slechts weinig problemen worden gezien. Overigens is Chlamydiose geen aangifteplichtige ziekte, maar een toegenomen aantal gevallen van abortus op een bedrijf moet wel aan de NVWA gemeld worden.

Hoe kun je de aandoening voorkomen? (preventie)

Chlamydiose kan worden voorkomen door geen dieren aan te kopen van bedrijven waar zich problemen voordoen met C. abortus. Ook moet contact met koppels van dergelijke bedrijven worden vermeden. Geen dieren aankopen is echter de beste preventieve maatregel. Worden er toch dieren aangekocht, moeten deze voorafgaand aan introductie in de koppel worden gevaccineerd.

Hoe kun je de aandoening behandelen?

De Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een protocol opgesteld voor de bestrijding van Chlamydiose. De uitgangspunten van dit protocol zijn het aantal abortussen zo veel mogelijk te beperken en het risico op besmetting van de mens zo laag mogelijk te houden. Dit laatste is bijvoorbeeld van groot belang voor kinderen die een bezoek brengen aan kinderboerderijen, maar ook voor zwangere vrouwen. Het protocol stelt onder andere dat er in geval van abortus actie moet worden ondernomen door de vrucht en nageboorte op te sturen voor onderzoek. Blijkt er sprake te zijn van Chlamydiose, dan worden alle drachtige dieren in de koppel elke 10 tot 14 dagen behandeld met antibiotica tot het einde van de dracht. Vervolgens moeten alle ooien voor het volgende dekseizoen worden gevaccineerd. Het volledige protocol kan worden bekeken op de website van de GD.

Alternatieve benamingen

-

Zoekwoorden

Chlamydiose, Chlamydia, Chlamydia abortus, Chlamydophilia abortus

Bronnen 

Diagnostic test for ovine chlamydiosis. Vet Rec. 2015 Apr 11;176(15):393. doi: 10.1136/vr.h1915. PMID: 25858999. 

Gezondheidsdienst voor Dieren. (z.d.-c). Chlamydiose. Geraadpleegd op 22 februari 2021, van https://www.gddiergezondheid.nl/diergezondheid/dierziekten/chlamydiose 

Gruenberg, W. & Peter D. Constable, Bvsc, Ms, Phd, Dipl Acvim. (2016). Veterinary Medicine (11th Revised edition, Vol. 2). 

Elsevier Gezondheidszorg. Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit. (z.d.). Chlamydia abortus verwaarloosbaar risico voor volksgezondheid. Geraadpleegd op 22 februari 2021, van https://www.rivm.nl/nieuws/chlamydia-abortus-verwaarloosbaar-risico-voor-volksgezondheid

Omdat elke schaap telt

Hulplijn