Schmallenbergvirus-infectie

Wat is het en waar wordt het door veroorzaakt?

Het Schmallenbergvirus (SBV) werd voor het eerst in Nederland gesignaleerd in 2011. Er werd toen door verschillende bedrijven melding gemaakt van lammeren met soortgelijke aangeboren afwijkingen. Uit nader onderzoek bleek dat deze afwijkingen waren veroorzaakt door een SBV-infectie. Overdracht van deze infectie vindt plaats via knutten. Daarnaast vindt verspreiding van ooi op lammeren plaats via de placenta. Uit verschillende rapportages van onder andere het RIVM en de Gezondheidsdienst voor Dieren blijkt dat het virus niet overdraagbaar is op mensen. De snelle verspreiding van het Schmallenbergvirus zette zich voort tot in 2012. Tegenwoordig wordt een SBV-infectie nog incidenteel waargenomen bij herkauwers. Het laatste bekende geval werd in 2020 bij een kalf waargenomen.

Happy M@il

Nieuwste producten en actualiteiten in je mailbox!

AANMELDEN

Welk dier?

Schaap, geit, rund

Welk orgaansysteem?

Repdroductiestelsel

Hoe herken je het?

Bij een SBV-infectie vertonen de lammeren aangeboren afwijkingen. Deze lammeren kunnen dood of levend worden geboren. De afwijkingen variëren van arthrogrypose (verkromming van de poten), verkrommingen van de wervelkolom, een te korte onderkaak of hersenafwijkingen ('waterhoofd'). Het waarnemen van deze afwijkingen wil echter niet zeggen dat er sprake is van een SBV-infectie. Dergelijke afwijkingen wijzen er namelijk op dat de ooi of geit in de gevoelige periode van de dracht, namelijk tussen dag 30 en 60, in contact is geweest met een teratogeen agens. Hieronder vallen alle pathogenen, waaronder het SBV, maar bijvoorbeeld ook alle giftige stoffen, die afwijkingen bij de foetus kunnen veroorzaken. Nadere diagnostiek is dus noodzakelijk om het SBV met zekerheid te kunnen vaststellen. Dit is mogelijk door bloed of hersenweefsel van het lam te onderzoeken.

Welke verschijnselen zijn er nog meer?

De ziekteverschijnselen van de ooien en geiten worden vaak niet opgemerkt. Er kan sprake zijn van koorts, verminderde eetlust en diarree. Meestal treedt herstel binnen enkele dagen op. Soms veroorzaken de afwijkende lammeren problemen tijdens de geboorte.

Welke risicofactoren zijn er?

Contact met knutten is de grootste risicofactor. Knutten zijn vooral actief in de lente en zomer, en dan met name rond de schemering. Met het oog hierop is het weiden van ooien en geiten in deze periodes een risicofactor, net als het laten dekken of insemineren van ooien en geiten vóór eind september.

Wat betekent deze aandoening voor de veehouder en het bedrijf?

SBV-infecties kunnen veel gevolgen hebben op een bedrijf waar dieren de infectie nog niet eerder hebben doorgemaakt en dus geen afweerstoffen hebben opgebouwd. Met name jonge ooien en geiten zullen waarschijnlijk nog niet eerder in aanraking gekomen zijn met de ziekte. Uit de uitbraak van 2011 werd duidelijk dat de gevolgen per bedrijf zeer verschillend kunnen zijn, waarbij het aantal afwijkende lammeren op kon lopen tot 30%.

Hoe kun je de aandoening voorkomen? (preventie)

Om contact met knutten zo veel mogelijk te voorkomen, kunnen de dieren in de lente en zomer worden opgestald tot en met de schemering. Daarnaast kunnen insecticiden worden gebruikt. Ook is het aan te raden om met name jonge dieren, die vanwege hun leeftijd waarschijnlijk de infectie nog niet hebben doorgemaakt, later in het jaar te dekken of te insemineren, wanneer de knutten minder actief zijn en de kans op overdracht van het SBV kleiner is. In een aantal Europese landen is er al een vaccin beschikbaar, maar in Nederland is een dergelijk middel niet geregistreerd.

Hoe kun je de aandoening behandelen?

Geïnfecteerde ooien en geiten herstellen meestal binnen enkele dagen. De prognose voor de lammeren met aangeboren afwijkingen is afhankelijk van de aard en ernst van de afwijkingen, alsook van de mate van ongemak die het dier hieraan ondervindt. De lammeren moeten goed in de gaten worden gehouden. Er moet onder andere op worden gelet dat ze voldoende biest en melk opnemen en dat er geen wonden onstaan doordat de afwijkend gevormde ledematen over de grond schuren. Indien nodig kan een symptomatische therapie worden ingezet, zowel bij de moederdieren als de lammeren.

Alternatieve benamingen

SBV

Zoekwoorden

Schmallenbergvirus, SBV

Bronnen 

Endalew, A.D.; Faburay, B.; Wilson, W.C.; Richt, J.A. Schmallenberg Disease—A Newly Emerged Culicoides-Borne Viral Disease of Ruminants. Viruses 2019, 11, 1065. https://doi.org/10.3390/v11111065 

Gezondheidsdienst voor Dieren. (z.d.-g). Schmallenbergvirus. Geraadpleegd op 26 februari 2021, van https://www.gddiergezondheid.nl/diergezondheid/dierziekten/schmallenbergvirus#aanpak 

RIVM. (2011, 19 december). Risico Schmallenbergvirus voor mensen lijkt klein. https://www.rivm.nl/nieuws/risico-schmallenbergvirus-voor-mensen-lijkt-klein 

Stokkermans, P. (2020, 28 december). Schmallenbergvirus aangetroffen bij afwijkend kalf. Nieuwe Oogst. https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2020/12/28/schmallenbergvirus-aangetroffen-bij-afwijkend-kalf 

Wageningen University & Research. (z.d.-b). Schmallenbergvirus (SBV). Geraadpleegd op 26 februari 2021, van https://www.wur.nl/nl/Onderzoek-Resultaten/Onderzoeksinstituten/Bioveterinary-Research/Dierziekten/Virusziekten/Schmallenberg-1.htm


Omdat elke schaap telt

Hulplijn