Neonatale diarree | bij varkens

Wat is het en waar wordt het door veroorzaakt?

Neonatale diarree, ook wel geboortediarree genoemd, is een veelvoorkomend probleem op zeugenbedrijven. Deze aandoening heeft een multifactoriële oorzaak. 

Dit wil zeggen dat neonatale diarree tot stand komt als resultaat van de interactie van meerdere factoren. Naast predisponerende omgevingsfactoren, zoals bijvoorbeeld verkeerde voeding, een slecht stalklimaat, is vaak ook een ziekteverwekker aanwezig. In 50% van de gevallen is dit C. perfringens en in ca. 30% van de gevallen speelt E. coli een rol. Andere mogelijke agentia zijn bijvoorbeeld Salmonella, rotavirussen en het PED-virus. Bij ongeveer 15% van de gevallen heeft neonatale diarree geen infectieuze oorzaak en spelen er alleen omgevingsfactoren een rol. Maatregelen met betrekking tot de hygiëne en het management zijn belangrijk om neonatale diarree bij biggen te voorkomen.

Happy M@il

Nieuwste producten en actualiteiten in je mailbox!

AANMELDEN

Welk dier?

Varken

Welk orgaansysteem? 

Digestiestelsel

Hoe herken je het?

Diarree is het meest opvallende verschijnsel. Bij neonatale diarree veroorzaakt door E. coli is de diarree vaak lichtgekleurd met een waterige consistentie. Bij een C. perfringens-infectie kan de diarree bloederig zijn, maar ook waterig tot slijmerig. Het harenkleed van de biggen kan besmeurd zijn met ontlasting. Door de diarree kunnen verschijnselen optreden van uitdroging. Daarnaast kan worden gezien dat de biggen rillen of op een hoop kruipen. Ook kan sterfte optreden, met name wanneer C. perfringens een rol speelt. De diagnose wordt gesteld aan de hand van de symptomen, de bevindingen bij sectie en het aantonen en verder typeren van de ziekteverwekker.

Welke verschijnselen zijn er nog meer?

Bij biggen die neonatale diarree overleven, kan groeiachterstand optreden.

Welke risicofactoren zijn er?

Een belangrijke risicofactor is de opname van te weinig biest, of de opname van biest die van onvoldoende kwaliteit is en hierdoor niet voldoende antilichamen bevat tegen de ziekteverwekkers die een rol kunnen spelen bij neonatale diarree. Daarnaast kan een gebrekkig stalklimaat de kans op het ontwikkelen van de aandoening vergroten. Tot slot is het belangrijk dat er maatregelen zijn genomen met betrekking tot het management en de hygiëne.

Wat betekent deze aandoening voor de veehouder en het bedrijf?

Volgens onderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren zorgt neonatale diarree voor problemen op meer dan 10% van de zeugenbedrijven. De aandoening leidt tot economische schade door groeiachterstand en sterfte bij biggen.

Hoe kun je de aandoening voorkomen? (preventie)

Het is mogelijk zeugen te vaccineren tegen rotavirus, E. coli en/of C. perfringens, zodat antilichamen via de biest doorgegeven worden aan de biggen. Deze antilichamen zorgen ervoor dat de bacteriën de darm niet kunnen beschadigen en neutraliseren bacteriële toxines. Daarnaast dienen maatregelen omtrent hygiëne te worden genomen; zo dient de kraamstal schoon te zijn en moet het personeel geïnstructueerd worden om hun handen te wassen en schone bedrijfskleding aan te trekken. Bovendien zijn managementmaatregelen belangrijk, zoals het all-in/all-out-principe, het handhaven van looplijnen (van jong naar oud) en het optimaliseren van het stalklimaat.

Hoe kun je de aandoening behandelen?

Als bacteriële ziekteverwekkers een rol spelen, kan antibiotica worden toegediend. Ook kan een symptomatische behandeling worden ingezet, bijvoorbeeld door het plaatsen van een warmtelamp of het toedienen van een infuus bij ernstig gedehydreerde biggen.

Alternatieve benamingen

Geboortediarree

Zoekwoorden

Neonatale diarree, geboortediarree, E. coli, C. perfringens, Salmonella, rotavirus, PED-virus

Bronnen 

Cooper, V. L. Diagnosis of neonatal pig diarrhea. Vet Clin North Am Food Anim Pract. 2000 Mar;16(1):117-33. doi: 10.1016/s0749-0720(15)30139-0. PMID: 10707416; PMCID: PMC7135511. MSD animal health. (z.d.). Geboortediarree. Geraadpleegd op 21 juli 2021, van https://my.msd-animal-health.be/veterinaires/know.

Quinn, P. J., Markey, B. K., Leonard, F. C., FitzPatrick, E. S., Fanning, S., & Hartigan, P. J. (2011). Veterinary Microbiology and Microbial Disease by P. J. Quinn (14-Oct-2011) Paperback (2de ed.). 

Chichester, Verenigd Koninkrijk: Wiley-Blackwell. Ruiz VL, Bersano JG, Carvalho AF, Catroxo MH, Chiebao DP, Gregori F, Miyashiro S, Nassar AF, Oliveira TM, Ogata RA, Scarcelli EP, Tonietti PO. Case-control study of pathogens involved in piglet diarrhea. BMC Res Notes. 2016 Jan 11;9:22. doi: 10.1186/s13104-015-1751-2. PMID: 26754836; PMCID: PMC4710041. 

Wageningen University & Research, Duinhof, T., & Geudeke, T. (2017). Diarree bij biggen in het kraamhok. Geraadpleegd van https://my.msd-animal-health.be/veterinaires/know.

Een varkentje is zo gewassen

Hulplijn